De verschillende kijk op tuinieren.
(Vogels van diverse pluimage).
Een vereniging kent veel verschillende mensen. Jong en oud, IVN-leden, vegetariers of liefhebbers van een karbonaadje. De een heeft de hele dag de tijd voor zijn hobby, de ander kan er maar en paar uur per week voor vrijmaken. De een houdt van rozen, de ander wil de grootste  bloemkool ten zuiden van Andijk kweken.
Al deze verschillende mensen kijken ook anders naar elkaars tuinen.Sommige tuinders genieten van de VUT, anderen zijn uitgeschakeld en maken wat van hun WAO-tijd door te tuinieren.  Het zijn bijna full- time tuinders.Tuinieren moet toch ook kunnen terwijl men nog aan het arbeidsproces deelneemt. Sommige tuinen worden weinig bewerkt door de bezitters ervan, die een druk leven leiden. Toch moeten de full-time hobbytuinders begrip hebben voor mensen, die nog in de zogenaamde "ratrace" van het bestaan zitten. Ook tweeverdieners en moeders met kinderen willen tuinieren, maar hebben soms een week geen tijd. Helaas komt van uitstel vaak afstel, maar dan nog is de tuin een aangename plek om te komen en om in bezig te zijn. Verwacht dan geen topproduktie van groenten, het knopkruid groeit veel harder dan de sla!
De anderen, die bijna dagelijks enige uren op de tuin kunnen zijn, moeten bedenken dat deze tuinders met weinig tijd en veel goede zin de toekomstige vutters en gepensioneerden zijn: de full-time hobbyisten.
Denk er ook eens aan, dat de natuur in het algemeen helemaal niet (!) zo gesteld is op onze drukke werkzaamheden  en dat geldt ook voor de natuur op ons complex:: hoe meer rust hoe beter!
Denk ook eens aan het "commitment" van onze vereniging: Biologisch!
Het is niet voor niets dat de natuurwinkel zijn eko-produkten promoot met een folder die wordt uitgegeven i.s.w. met allerlei "groene" organisaties, waartoe zelfs banken zich rekenen,. Wat zegt bijv. De Rabobank over de ontwikkelingen in de landbouw: "...de afgelopen decennia heeft een verschraling van ons landelijk gebied plaatsgevonden. Door verdergaande mechanisatie en schaalvergroting, maar ook door een oprukkende verstedelijking en toegenomen infrastructuur, Kortom, de natuur was het haasje.....".
U krijgt dan vervolgens uitgelegd hoe u kunt beleggen in "groenfinancieringen". Ook onze leden mogen, behalve hun gecommiteerdheid aan de bloemkool en de vrieskist, ook hun betrokkenheid met de levende natuur in de direkte omgeving vormgeven.
Het dualisme van ekologisch leven in een maatschappij die onophoudelijk een gecommercialiseerd levenspatroon voorspiegelt, een eeuwige reclame voor jeugd en begerenswaardige zaken, zoals snelle auto*s en vliegreizen naar zonnige oorden waar weer andere jonge en mooie mensen rondlopen . Een snelle en vooral zeer luxe omgeving, waar het prettig is en waar je geen idee hebt van knolvoet of phythopthora.  Het dualisme van onze hobby en ons werk en onze dromen van een boerderij in Frankrijk dat vaak mijlenver uiteenligt, want voorlopig moeten we genoegen nemen met een plaats op de wachtlijst voor een tuin in Soest.
We wilden met de fiets, maar pakken toch weer de auto....
Maar - ook al geniet de natuur van onze afwezigheid.....het is nu eenmaal zo dat wij geen tuin hebben genomen (en een vereniging hebben opgericht) om er vervolgens niets mee te doen.
Ik ken tuinders met een druk leven, die toch de discipline opbrengen om het onkruid te verwijderen. Hun handen staan niet stil als ze op de tuin zijn. Ze weten wat ze willen met de tuin- en de groentes- en dat is het halve werk. Weten we wat minder goed wat we willen of moeten aanpakken, als we op de tuin komen - dat is ook een kwestie van ervaring in het tuinieren - dan krijg je al gauw het volgende beeld:
"Het ziet er niet uit!" zeggen ze dan, die echte tuinders. Het lijkt voor hen al snel op een ordeloze boel doorgeschoten onkruid. "Dat krijg je als je veel te weinig uren op de tuin bent" zeggen ze dan.
Maar voor de tuinbezitter is er sprake van een echte natuurbeleving en "buiten zijn"- weg van de jachtige consumptiemaatschappij, waar hij/zij blij is vogels naar zaadjes te zien zoeken, of hommels en bijen op een distel waar te nemen. De tuin vol verrassingen van moeder natuur.
"Je hoort een krekel zingen- hoe lang is dat geleden, dat je dat hoorde?, je ziet een kikker wegspringen, eenjarigen zijn tussen het onkruid toch tot bloei gekomen en worden bezocht door allerlei insecten, er valt toch nog een kropje sla te oogsten*.
Deze tuinder moet wel bedenken dat het zaad van dit jaar het onkruid is van volgend jaar. Maar vaak nemen ze dat voor lief: "volgend jaar beter!" zeggen ze, denkend aan het ex libris van Jac P. Thijsse: "Onbekommerd".