In de winter echter, is die groene bekleding verdwenen.
IJzeren staketsels, geraamtes van kooien van netten lijken des te meer op te vallen.
Je kijkt veel verder over het complex, het oog mist de harmonie die door de weelderige plantengroei
ontstond. De kleuren zijn verdwenen. De zaadbodems van de zonnebloem zijn in oktober al leeggegeten
door de koolmezen. In de kale elzen zoeken vogels naar zaadjes in de elzenproppen.
Eerst zie je in de herfst nog paddestoelen staan in de houtsnippers op het pad. (Soms ook al veel eerder als
het een natte zomer is geweest)
.
De houtwal is een armetierige strook kaal bos. Je kijkt er glad doorheen.
Aan het eind van het complex is het bosje eveneens doorzichtig geworden en zie je de kauwtjes boven in
de ijle boomsprieten. Alleen de rust is hetzelfde, maar je kijkt makkelijker naar de Biltse weg, waar auto's
al vroeg in de middag hun lichten op hebben.
Het hoofdpad is soms iets dras, er zit zomaar een bandenspoor in.
De sloot heeft eindelijk weer water in zijn schoot en er wordt gekeken of het wel wegstroomt.
Maar in de herfst, in november, is er ook erwtensoep gegeten op dit complex door mannen en vrouwen, die
wilgen hebben gesnoeid, de sloot hebben uitgediept, rommel hebben weggereden naar de stort, en het
hoofdpad hebben vrijgemaakt van onkruid, terwijl hun adem zichtbaar was in de lucht.
De wasem slaat neer op de ruiten van het "Klein Jachthuis" als zij als warmgelopen werkpaarden zitten te
dampen boven hun kop erwtensoep met een snee roggebrood.
Dat zijn de laatste drukke aktiviteiten op de tuin geweest.
Het hek piept in zijn scharnier en valt met een klap dicht.
De tuinders verlaten het complex met hun gereedschap ingepakt. Dat komt in de schuur of op zolder nadat
het eerst nog eens is schoongeschuurd en geolied.
Wachtend op een nieuw seizoen......
De zonnebloem bloeit: de zomer is aan het overgaan naar de vroege herfst.
In de zomer is de aankleding van het complex geen probleem. Zover het oog reikt is het een en al groen.
Lage struiken, halfhoge bomen langs een pad. Een appelboompje, een pruimenboom.
Hoog opgroeiende stokbonen, opgebonden tomatenplanten.Het uitzicht wordt telkens onderbroken door
gevarieerde begroeiing. Het lijkt een lusthof. Langs de paden zijn vaak de hekjes begroeid..
Met oostindische kers, met hop, (of met haagwinde, maar is dat erg?), of wilde wingerd.
Bramenscheuten schieten alle kanten op. In het voorjaar heeft een braamsluiper zijn naam eer aan willen
doen en er een nestje ingebouwd. Jammer, dat je dat moet ontdekken als je aan het snoeien bent
gegaan.....
De takken van de wilgestammetjes hangen over het hoofdpad. De brandnetel staat fier te netelen in de
wilde begroeiing langs het slootje. Enigszins in toom gehouden, misschien, door de haagwinde die zich
overal aan vastklemt. De klis neemt een flink deel van het pad in beslag, in de hoek van een composthoop
staat een hoogopgeschoten bosje met aardperen. (het loof is voor de konijnen heel geschikt).
Eerder dit jaar, in de lente, was het zevenblad de bodembedekker, waar het fluitekruid doorheen groeide
in schermen langs het hoofdpad. De weelde van de natuur doet weldadig aan. Het is pittoresk een recht
pad aan beide zijden te zien afgezoomd met een overal groen uitgroeiend tapijt, waar het looppad alleen
wordt vrijgehouden door het voortdurend betreden ervan.
De charme van ons complex ligt juist in die natuurlijke groei en bloei, tussen wat wij er aan lopen te
ordenen en in bloei brengen. De verscheidenheid aan kleur en bloemen, aan hoge en lage begroeiing, de
beschutting, geven het iets knus in de zomer.
Er werd vroeger vooral gedacht dat wij deze aanwas in de natuur onophoudelijk moeten bestrijden, maar
is dat nodig? De rechte lijnen van een pad verliezen hun strengheid, de kleurige bloemen van de
oostindische kers zorgen voor vrolijkheid. Alleen als de begaanbaarheid in het geding is, kun je gaan
knippen en hakken. Braamslingers afknippen een touwtje om de overhangende stengels van de aardpeer
binden, de brandnetels uitrukken of kort hakken. De groene massa - de rustgevende, harmonieuze,
organische groene overvloed, een halt toeroepen.